January 03, 2005

Oud geschrijf

Ik heb wat oude schrijfseltjes gevonden uit het pre-blogspottijdperk. Deze drie heb ik geschreven toen ik nog in het vervelende rijtjeshuis woonde en die kan ik jullie niet onthouden.

Dinsdagochtend 5 augustus 2003
Er wordt aangebeld. Ik sta op vanachter de computer, en loop naar de voordeur, terwijl ik de man van de leesmap verwacht, aangezien het net vakantie is geweest, en we deze week een dubbele leesmap zouden krijgen.
Ik doe de deur open, en voor mij staan twee meisjes. Nouja, geen meisje-meisjes, meer jongedames, vrouwen, jongeren. De voorste, degene die het woord doet, draagt een tuttige oma-jurk met bloemetjes.
Het is niet dat ze een vraag heeft, of me iets wil verkopen, ze vertelt gewoon. Over god. De evolutietheorie is niet waterdicht, maar het verhaal van de bijbel, daar is geen speld tussen te krijgen. En er wordt beloofd dat de aarde weer een paradijs wordt.
Ik weet niet zo goed wat ik er mee moet. Mij krijgen ze echt niet gelovig zo. Dan vraagt ze of ze me een boekje mag geven, en ach, waarom niet, er staan leuke plaatjes in, en dan heeft ze tenminste een beetje het gevoel niet voor niets te zijn geweest.
Vervolgens vraagt ze dan nog of ze eens terug mag komen om te vragen wat ik er van vond. He, verdorie, nu is het gek om nee te zeggen. Ach nou ja, probeer maar, maar dán kijk ik dan wel eerst of het wel echt de man van de leesmap is.

Dinsdagavond 5 augustus 2003
Vanwege het niets beters te doen hebben, heb ik het boekje daawerkelijk 'gelezen'. Wat een geleuter. Ik snap nu dat enigzins labiele mensen er in gaan geloven. Alles wordt zo tot in treurens toe herhaald, dat iedereen het snapt. Het lijkt een soort brainwash.
Het verhaal is dat jehova een volmaakte wereld schiep, met mensen en dieren, levend in vrede. Dit zou zo blijven, en ze zouden nooit sterven, als ze gods eisen zouden opvolgen. Helaas besloot de eerste man, Adam, dat hij zelf wilde regeren. En omdat hij ook een vrij wil gekregen had, gebeurde dat.
Zo is de ellende en het lijden de wereld in gekomen. En als mensen zeggen dat er geen god bestaat, want waarom zou hij anders al het lijden toelaten, dan geven ze dit als conclusie. Hij heeft het goed gemaakt, de mens heeft het verknalt.
Ook wordt er flink doorgeborduurd op het feit dat er weer een paradijselijke wereld zal komen, als de tijd rijp is. En ongelovige mensen worden van de wereld afgesneden.
De nieuwe wereld zal verukkelijk zijn, volmaakte gezondheid, levend voor altijd, in vrede, met alle mensen en dieren. Gelovige doden komen terug, oorlog behoort tot het verleden. Niemand zal meer misleid worden door valse religies of onbevredigende menselijke filosofien.
Nou, snijd mij maar van de wereld af dan.

Woensdagmiddag 20 augustus 2003
Onze slaapkamer heeft een ingebouwde kast. De deur van die kast is hetzelfde als de deur naar de gang. Als je met je rug naar het voeteneinde van het bed staat, is schuin links de deur naar de gang en recht tegenover je de deur van de kast. Ik slaap aan de rechterkant van het bed.
Als ik naar de wc moet, die beneden is, moet ik dus een stukje om het bed heen lopen. Ik ben daardoor een keer midden in de nacht tegen de poot van het voeteneinde aan de linkerkant van het bed aangelopen. Dat deed behoorlijk zeer.
Tegenwoordig kan ik het redelijk goed uitmikken, ik houd rechts aan, en kom zo zonder pijn bij de deur naar de gang. Waar het altijd lichter is en ik veilig verder kan naar beneden.
Vannacht ging dat iets anders. Ik was nog behoorlijk slaapdronken. Met mijn oordoppen in en mijn ogen dicht schuifelde ik met mijn armen recht vooruit richting de deur. Verkeerd gemikt, want ik voelde de muur. Met mijn handen tegen de muur voelde ik mijn weg naar rechts, naar de deur.
Ik opende de deur, en stapte de gang op. Tenminste, dat dacht ik, want met mijn voet raakte ik iets aan. Ik dacht 'huh, er staat toch niets voor de deur, nee, dat kan niet'. Nog eens stapte ik over de drempel, en weer raakte mijn voet iets aan. Nog steeds beseffend dat er niets voor de deur kon staan, concludeerde ik dat dit de kast moest zijn.
Ik schuifelde weer een stukje terug naar links langs de muur. Maar er kwam niets. Wetende dat ik net de kast opende, en het streepje licht langs de bovenkant van het gordijn en de wekker duidelijk zichtbaar waren, kon ik me niet oriënteren. Wel besefte ik dat als ik bij de kast stond, het lichtknopje niet in de buurt zou zijn, en ik hier zou moeten blijven staan, of de deur vinden. Ondertussen was ik klaarwakker, had ik een oordop uitgedaan, en was ik toch wel een beetje geschrokken.
Toch kon ik gewoon nog steeds niet geloven dat ik niet tegen de muur van de gang aan stond. Ik schuifelde weer een stukje verder en stak mijn hand naar voren om het nachtkastje van Vriend aan te raken. En toen had ik de klink van de deur naar de gang in m'n handen.
Ik deed de deur open, zag de gang, keek even verdwaasd om me heen en was opgelucht dat het toch gelukt was.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home